Joop Botterhuis, beter worden was geen optie 
± 71 minuten resterend

Ik sta te klappertanden van de kou en raak ineens een beetje in paniek. Joop ligt daar en het is zo koud. Ik denk aan zijn zorgvuldig uitgekozen kleding en ben blij dat Yosh en ik hebben besloten hem toch nog een vest aan te laten doen.
Het was ‘echt’ Joop’s wens om dezelfde kleding te dragen als op zijn rouwkaart. Die foto heeft hij ook zelf uitgekozen. Omdat Joop zo’n enorme klap heeft gekregen van de laatste 2 dagen twee dagen hebben Yosh en ik besloten hem toch een vest over dat setje te laten dragen.
 

In gedachten neem ik nog een keer de enorme massa mensen door. Ik bedenk mij dat ik zo enorm verwonderd was toen ik Mark van der Voort zag lopen. Ik had hem helemaal geen kaart gestuurd en was hem ook vergeten op de digitale mailingslijst. Toch is hij gekomen. Respect en dankbaarheid overvallen mij ook als ik Leon en Toshin van Cabman zie staan in de aula. En dan denk ik aan de afgestorven plekjes in mijn hart. Hoe is het mogelijk dat sommigen helemaal niks van zich laten horen. Is het zo moeilijk om met een overlijden om te gaan? Moeten we daar een e-learning voor ontwikkelen? Ik voel dat ik die mensen voorlopig niet wil spreken of zien. En stilletjes vraag ik mezelf af hoe ik daar in hemelsnaam in de toekomst mee om moet gaan? Ik ben immers best een beetje een raar mens.

Ineens krijg ik het op mijn heupen en wil maar één ding: terug naar de auto. Het lukt mij om mezelf te herstellen vóórdat ik in de studio ben. Als ik er net  ben stappen Yosh en San binnen. Ze komen even kijken. Ik zit de boel weer op te houden, net als altijd als ik erbij ben in de studio. De opnames worden stilgelegd en we eten een broodje.
Later blijkt dat Fiona stilletjes een lieve kaart in mijn tas heeft gestopt.

Yosh en San kijken nog even mee hoe Fiona na de break de films staat in te spreken en vertrekken dan richting mijn ouders. Ik ga ook nog even langs en Mar komt ook gauw omdat ze weet dat ik er ben. We eten gebak en praten na. Yosh en San vertrekken. Er komen wat vrienden om voetbal te kijken. Ik wil heel graag terug naar huis. Er is iemand die wacht: Driss. Ik had hem in huis gelaten. Het was aan het regenen en dan wil hij liever niet naar buiten. De hele avond is hij gebleven. Het geeft enorm veel afleiding. Afwisselend ligt hij op de stoel van Joop of de plek waar de kist heeft gedaan. Het is vast toeval.

Ik ontvang een prachtige mail van één van de collega’s/vrienden van Joop. De mail is gericht aan mij maar ook aan onze families. Het is zo’n prachtig verhaal dat ik ervan moet huilen. Ik besluit de mail door te zetten naar Yosh, mijn schoonmoeder en ouders, zwagers, schoonzussen en naar Roy, Pat, Denise en Joyce.

Ik krijg mooie berichten op de groepsapp en mijn vader belt. Ik hoor dat hij compleet van zijn stuk is.
Komt het door de mail van Benoit of door de brief van Joop aan mij?
 

Ik krijg complimenten over de organisatie van de uitvaart. Maar minder doen dan dit voor Joop was voor mij geen optie. Ik denk dat er weinig vrouwen zijn die een afscheidsbrief van hun man gekregen hebben. Als ik dan ergens spijt van mag hebben dan is het misschien van het feit dat ik die niet heb laten uitspreken. En het is net zoals Joop aan mij schreef: “Ik zou het zó weer overdoen”.