Joop Botterhuis, beter worden was geen optie 
± 115 minuten resterend

Jeetje, wat een dag. De dag voor kerst. Joop moest voor een doktersonderzoek. Ja, en niet zomaar één.
Een onderzoek van een arts die is ingehuurd door de gemeente. We hadden een parkeerkaart aangevraagd. Gezien de toenemende kortademigheid, leek het mij een goed idee om zo’n kaart aan te vragen.

 

Ik trof vorige week een schat van een dame van de afdeling WMO. Tijdens ons gesprek werd duidelijk dat haar zus was overleden aan longkanker. We hadden direct een klik en zij begreep mijn twijfels, onzekerheid en trieste stemming. We kletsten wat over wel of geen traplift. Haar zus en zwager hadden het gedaan. Uiteindelijk heeft haar zus er maar 2 keer gebruik van gemaakt. Toch hebben ze er nooit spijt van gehad. Toen ik het verhaal aan Joop vertelde, was hij het daar natuurlijk weer niet mee eens. Ik twijfelde toen of ik hem het verhaal van de facelift wel zou vertellen. De zus van die dame van de gemeente had nog een facelift laten doen, hihi.

 

De volgende dag belde de dame op. Ze verontschuldigde zich. De verklaring ‘vier uitzaaiingen in de hersenen, longkanker fase IV met uitzaaiingen achter het hart en aan het zuurstof’ waren onvoldoende om een parkeerkaart te krijgen zonder een bezoek aan een arts. Ze ging met spoed een onderzoek voor ons inplannen. Dat was donderdag de 24e. Het was vrij snel duidelijk.

 

De arts ging het onderzoek direct doormailen naar de gemeente. Er was één probleem. De gemeente ging om 16.00 uur sluiten tot 4 januari. Thuisgekomen ging Joop direct naar bed. Ik ging de gemeente bellen.
Ik kreeg een dame aan de lijn en vroeg haar of het wellicht mogelijk was om de kaart te printen.
Nee, dat was echt onmogelijk. Het was druk, ze hadden nog veel te doen, enz., enz.
 

Ik was verdrietig, in en in verdrietig. Die klote procedures. Het lukt mij vaak wel om eruit te komen en als het niet lukt dan schakel ik een tandje op. Huilend liep ik naar de overkant en belde aan bij mijn buurman. Hij werkt bij de gemeente en ik vroeg hem of hij iemand kende bij de gemeente die op die afdeling werkt. Helaas. Henk stelde voor: ’Waarom rij je er niet gewoon even heen?’. Ik nam zijn advies ter harte. Ik heb zo de hoop dat Joop deze dagen een beetje opknapt. Niks lijkt te helpen om het nare gevoel en het overgeven te stoppen. Zijn Dexamethason en maagbeschermers zijn opgehoogd en hij is aan de morfine. Het is onvoldoende om de braakneigingen te onderdrukken. Vijf keer een bestraling van 4 minuten blijkt, zoals ik steeds meer lees en hoor, echt extreem te zijn. Als hij dus wat beter is, wil ik graag nog even wat uitjes met hem doen.