Joop Botterhuis, beter worden was geen optie 
± 118 minuten resterend

Vandaag heeft Joop zijn 2e bestraling gehad. Het is wederom prima verlopen.

Binnen een uur waren we uit en thuis. Tussen de middag hadden we een gesprek met de huisarts.

We houden onze belofte om de gesprekken over palliatieve zorg nu te gaan intensiveren.

Ronald keek zijn ogen uit. Hij had Joop vrijdagavond en maandagmorgen gezien.
Hij was het die ons direct naar de spoedeisende hulp wilde hebben.

 

Zoals ze met een kalkoen zouden zeggen, was de gedachte even : “Die gaat de kerst niet halen”.

Hij had ons ook ernstig toegesproken nu belangrijke beslissingen te gaan nemen.

 

Ja, en nu is Joop toch weer behoorlijk opgeknapt. Hij is in ieder geval van de zuurstof af en het lukt hem beter dan normaal om de trap op te komen. Toch hadden we besloten om de huisarts wel te laten komen. Natuurlijk haalde hij ons heftige gesprek van maandag aan.

 

Het is geen huisarts van fluwelen handschoenen. Geen type die je gaat knuffelen en zeggen: “Het komt allemaal wel weer goed”.  Nee, het komt niet meer goed. Dat weten we allemaal.

Toch zien we Joop allemaal liever zo dan happend naar lucht en aan de zuurstof.
 

Vanmorgen heb ik de stoute schoenen aangetrokken en naar het Erasmus MC gebeld. Ik wilde mezelf gedragen en rustig mijn beurt afwachten maar dat is mislukt. Ik zou namelijk gebeld worden en ik werd bloednerveus van het afwachten. Mogen we überhaupt komen voor een eerste gesprek?
 

Ja, hoor. Het blijk alleen dat ze helemaal niet van plan waren om ons te bellen maar ze sturen een brief. Die brief is waarschijnlijk onderweg ergens tussen alle kerstpost.

 

We weten nu dat we maandag 4 januari een gesprek hebben met een arts in het Erasmus MC.

Ik neem aan dat we dan meer horen of Joop in aanmerking komt voor een behandeling met Novoliumab.
Al met al had Joop morgen rustig naar de wedstrijd van Manchester gekund.
 

Als we dat hadden geweten. Met zuurstof het vliegtuig in en met zijn toestand van de afgelopen week was het absoluut onmogelijk. Nu denk ik dat het morgen best had gelukt.
 

Ik kreeg nog spannende ideeën maar we gaan het toch maar niet doen.