Joop Botterhuis, beter worden was geen optie 
± 112 minuten resterend

We hebben nog even samen boodschappen gedaan zodat ik bij thuiskomst nog even wat te eten kon maken voor Joop.Gelukkig probeert hij te eten want hij is nu echt veel en veel te mager aan het worden. De avond op de intensive care en het zitten in de familiekamer heeft indruk op ons gemaakt. De huisarts heeft ons gewaarschuwd meer dingen te gaan regelen. Daar heb ik een stap mee gemaakt. Dit weekend komen de broers van Joop en hun vrouwen voor een familieraad bijeen. We willen heel graag met ze bespreken over hoe en wat als het straks nog slechter gaat met Joop.

Het zal zwaar worden maar vast ook reuze gezellig. Ook de mail is de deur uit voor informatie van de aankoop van een graf.

 

Driss was gisteravond niet meer te houden. Via mijn zus had ik een kattenbak geregeld en ik had steentjes gekocht. Ik had de hoop hem binnen te kunnen houden tijdens zijn medicijngebruik. Helaas. Was het de warmte? Was het zijn drang om naar buiten te gaan? Van Joop mocht de voordeur openblijven toen hij toch even buiten wilde blijven zitten. De eerste keer kwam hij gelijk weer terug naar binnen. Toen ging hij de achterkant proberen. Het leek alsof hij even zat uit te puffen. Het is bij ons sinds de komst van de open haard heet, heel heet. Maar Joop heeft het dan ook constant koud. Nadat hij was uitgepuft ging hij toch weg. Hij was nog niet terug toen we naar bed gingen. Ik stelde voor om het slaapkamerraam aan de voorkant open te laten. Dan doen we normaal nooit want het is een inbraakgevoelige plek. Driss komt dan via een boom op de eerste etage en via het raam naar binnen. Wat Driss lukt zou een inbreker natuurlijk ook lukken. Ik zette het raam open maar besloot wel de hor naar beneden te doen. Na tien minuten was het raak. Driss zat te krabbelen aan de hor. Joop hoorde het sneller dan ik. Ik schrok heel erg toen hij zei: “YVONNE”. Gelukkig snel gevolgd door: “Driss is er”.

Een nachtje slapen heeft Driss goed gedaan. Vanmorgen heeft hij gegeten en hij is alweer op stap. Als hij straks komt ga ik hem voor de eerste keer zijn medicijnen toedienen. Dat gaat vast minder soepel dan bij Joop. Eigenlijk had ik vandaag niet zoveel te vertellen. Alleen, ik weet dat er mensen zijn die iedere dag even kijken of ik nog wat heb geschreven. Toch, Ineke Brown? Hihi. Voordat ik aan het werk ging dacht ik: ”Dan ga ik toch maar wat schrijven. Voor Ineke”. En dan ineens is het weer een heel verhaal geworden. Dat brengt me dan nog even op de opmerking van een dierbare collega. Hij heeft altijd erg veel moeite om met dit soort situaties om te gaan. Ik weet dat hij in het begin iets zei van: “Je zou een boek moeten gaan schrijven”.  Ik riep lachend: ”Nou, dat gaat dan wel een heel dik boek worden”. Nou kan ik het verbaal nooit winnen van Jan. Hij gaf direct als reactie: “Ik overleef die telefoongesprekken van jou ook altijd dus dat boek, daar zal ik ook wel doorheen komen”.
 

Ja, daar zit wat in. Volgens Joop zou ik mijn werk nog steeds in veel minder tijd kunnen doen als ik niet zoveel zou lullen.